Glanerbrugse Leonie Kuiper is de eerste en enige vrouw op Aeolus van offshorebedrijf Van Oord

‘Tussen bijna 80 mannen kan ik mijn passie voor techniek botvieren’

Begin januari meldde Leonie Kuiper (21) zich weer op de Aeolus in Rotterdam. Na twee weken kerstvakantie thuis in Glanerbrug waarin ze afscheid kon nemen van opa Nijhof. De eind december overleden vader van haar moeder heeft altijd een luisterend oor gehad voor de dingen waar Leonie mee bezig is. Op de Aeolus die nu in de Botlek in dok ligt begint het tweede deel van haar stage in het derde jaar van de Hogere Zeevaartschool op Terschelling. Een wereld waarin zij als enige vrouw tussen bijna 80 mannen haar passie voor techniek kan botvieren.

De Aeolus is zowel schip als platform van offshore-maatschappij Van Oord dat windturbines op zee installeert. Waarom ligt ie nu in dok?

Half december is de aanleg van het windturbinepark Borssele 3 en 4 afgerond. Op zo’n 22 kilometer voor de kust van de provincie Zeeland is door de Aeolus een windpark met 77 windturbines aangelegd. Die gaan in de toekomst meer dan 700 megawatt stroom leveren. Nu wordt de Aeolus voorbereid op een nieuwe klus in Saint Brieuc voor de kust van Bretagne. Omdat de bodem van de zee voor de Franse kust rotsig is moeten de vier poten, jack-ups, van het platform worden aangepast. En ik zal me komende weken vooral bezighouden met een grondig onderhoud van de machinekamer van het schip.

Kun je vertellen wat je in het eerste deel van je stage zoal hebt geleerd op de Aeolus?

In die periode liepen zowel het nautische als het technische deel van de stage door elkaar. Nautisch heb ik bijvoorbeeld kennis gemaakt met het werken op de brug zoals het voorbereiden van de reis. En hoe je veilig moet navigeren. Ik mocht zo ook een keer met de Aeolus de haven van Vlissingen uitvaren. Natuurlijk wel onder toezicht van een loods. Maar als je zelfstandig een schip van bijna 140 meter lengte en 38 meter breed min of meer zelfstandig de haven uit mag varen geeft je wel een kik. In de machinekamer kreeg ik als opdracht om uit te zoeken hoe de leidingen lopen. Maar ik hield me ook bezig met het onderhouden van de hydraulische systemen en het wisselen van filters.

Hoe kwam je eigenlijk bij Van Oord terecht?

Ik heb via de website van Van Oord naar een stageplek gesolliciteerd en werd door personal officer Henriette Schreuders uitgenodigd voor een gesprek. Dat je als jonge vrouw wordt uitgenodigd is al heel bijzonder. Net als het gesprek trouwens. Helemaal geen formeel zakelijk gesprek. Ik mocht mijn passie voor techniek en de keuze voor Van Oord onder woorden brengen. Na een telefoontje van Henriette met kapitein Marcel van der Made kreeg ik groen licht. En glimlachend: Met als resultaat dat ik de eerste vrouw aan boord van de Aeolus ben.

En?

Deze bemanning heeft mij altijd met heel veel respect behandeld. Dat geldt zowel voor de mensen in de hogere functies als die in de lagere functies. Je hebt wel te maken met een hiërarchie, maar iedereen, van hoog tot laag, is ingesteld om probleemoplossend te denken en te werken. Dat heb ik ook als heel prettig ervaren aan deze stage tot nu toe. Je moet alleen oppassen dat je Filipijnse kok niet zegt dat je ananas lekker vindt, want dan krijg je iedere morgen en avond een bakje ananas bij je eten.

Nu ben ik toch nieuwgiering waar die passie voor techniek vandaan komt.

Ik heb als kind eigenlijk nooit met poppen gespeeld. Ik vond het veel spannender om de banden van een auto te verwisselen. En ik heb jarenlang samen met mijn vader aan een bootje geknutseld. Ik wilde altijd weten hoe iets in elkaar zat. Mijn belangstelling voor de maritieme opleiding begon halverwege de havo op het Bonhoeffer College. Via mijn dorpsgenoot Robbin Elzinga kwam ik bij steenfabriek De Werklust in Losser terecht. Iedere zaterdag ging ik naar Losser om samen aan het locomotiefje van De Werklust te sleutelen. Hij heeft me geleerd hoe je de motor draaiende kunt houden. In Losser is de basis gelegd.

En hoe ben je op Terschelling terecht gekomen?

In het tweede jaar van de havo ben ik op Terschelling al naar de open dag van het Maritiem Instituut Willem Barentsz, de Hogere Zeevaartschool, geweest. En een jaar later nog een keer. Ik werd direct als het ware opgezogen door de sfeer daar. Je werd bij de haven al opgewacht door studenten in uniform. Je stapte vanaf de veerboot al de bubbel van de school in.

Maar dan de opleiding.

Op de havo had ik er al rekening mee gehouden. In het derde jaar heb ik voor natuur en techniek met wiskunde B gekozen. Ik wist dat ik dan goed zou zitten voor de opleiding. De introductieweek zorgt er al direct voor dat je je al snel thuis voelt. Ook vond ik in Iris van de Hoek een echt maatje. Maar ook met mijn kamergenoten had ik een bijzondere band. We deden veel dingen samen: fietsen, wandelen roeien. En natuurlijk een pilsje pakken in de plaatselijke kroeg. En dan de volgende dag wel weer fris en fruitig in de les natuurlijk. Ik durf gerust te stellen dat we een hechte groep waren. Met als toppunt de deelname aan de roeiwedstrijd tussen Harlingen en Terschelling met een damesteam van school. Ze waren nog nooit zo hoog geëindigd.

Hoe gaat het verder?

De komende weken ben ik op de Aeolus vooral in de machinekamer bezig. Het tweede half jaar zit ik weer op school om toe te werken naar mijn specialisme voor het vierde jaar. Dat wordt waarschijnlijk toch wel de techniek.