Glanerbeek krijgt haar natuurlijke karakter terug

Tussen de Rijksweg N35 en het klooster St. Ephrem de Syriër wordt de Glanerbeek aangepast met als doel de beek haar natuurlijke karakter terug te geven. Ingenieursbedrijf Aveco de Bondt heeft in opdracht van het Waterschap Vechtstromen een voorlopig projectplan gemaakt. Daarin wordt de beek plaatselijk verlegd en de oevers worden natuurvriendelijk ingericht. Hierdoor wordt de leefomgeving van planten en dieren verbeterd. Daarnaast wordt de beek zo ingericht dat er meer ruimte ontstaat om bij extreme weersomstandigheden het water tijdelijk in het gebied zelf op te slaan. Ook wordt het voor vissen gemakkelijker de beek te passeren. En wordt rekening gehouden met de zichtbaarheid en beleving van de beek. Bijvoorbeeld door stapstenen in het water te plaatsen.

De Glanerbeek ligt in het stroomgebied van de Dinkel. In dit gebied werken wij nauw samen met onze Duitse partners: Stadt Gronau, Kreis Borken en Wasser und Bodemverband Amtsven.

Wilt u meer weten over dit project? Op www.vechtstromen.nl/glanerbeek kunt u meer informatie over de werkzaamheden vinden. U heeft tot 21 mei 2021 de mogelijkheid om een reactie achter te laten op een kaart van het gebied. Daarnaast kunt u een afspraak inplannen met één van de medewerkers van het Waterschap Vechtstromen. Tijdens de werkzaamheden kunt u met vragen terecht bij projectleider Stephan Jansen (0882203333).

De Glanerbeek ligt in het stroomgebied van de Dinkel. In dit gebied werken wij nauw samen met onze Duitse partners: Stadt Gronau, Kreis Borken en Wasser und Bodemverband Amtsven.

Projectplan Glanerbeek in 12 deelgebieden

Het stroomgebied van de Glanerbeek heeft een totale oppervlakte van 4400 hectare, waarvan 2300 hectale (52%) in Nederland. Het grootste deel is landbouwgrond (62%). Verder is 24% bos en natuur en 14% stedelijk. In het voorlopige ontwerp van ingenieursbedrijf Aveco de Bondt is het traject N35 tot het klooster St. Ephrem opgedeeld in twaalf deelgebieden. Zie ook het kaartje van het traject.

Deelgebied 1

Vervanging uitstroomconstructie van duiker onder de N35. Dit wordt gecombineerd met een steenhelling om het hoogteverschil tussen de bodem van de duiker en de bodem van de watergang op te vangen. Op deze wijze wordt de constructie in de toekomst ook voor vissen toegankelijk.

Deelgebied 2

Het steile bodemverhang vanaf de duiker onder de N35 wordt verflauwd door het toepassen van 3 steenhellingen. De steenhellingen krijgen een lengte van 10 meter en worden met een tussenruimte van 30 meter van elkaar toegepast. In totaal wordt door de steenhellingen ca. 80 cm verval gefaseerd opgevangen. Op deze wijze wordt de beek op deze locatie toegankelijk voor vissen.

Deelgebied 3

De stuw bij de zandvang wordt verwijderd. Dit is op dit moment een knelpunt met betrekking tot vismigratie. Straks kunnen de vissen via de Glanerbeek van het aamsveen naar de Dinkel. De stuw wordt dus verwijderd en de watergang wordt geherprofileerd, waardoor het oorspronkelijke (natuurlijke) verhang in de beek wordt teruggebracht.

Deelgebied 4

De bestaande vistrap bij de Broekheenseweg wordt geoptimaliseerd. Op dit moment is de vistrap bij lage afvoeren niet passeerbaar. Door de vistrap te verlengen tot de Heutinkbeek kunnen vissen wel passeren. De optimalisatie bestaat uit het veranderen van de hoogte van de bestaande trapjes en het toevoegen van 9 boomstamdammen om het hoogteverschil vanaf het meest benedenstroomse trapje meer geleidelijk te laten aflopen.

Deelgebied 5

De bestaande vistrap wordt geoptimaliseerd door het toevoegen van een uitsparing in de balken van de constructie.

Deelgebied 6

De watergang is op deze locatie breder dan noodzakelijk. Er wordt meer variatie in het stroomprofiel in de beek gebracht door het toepassen van enkele kribben. Hierdoor versmalt het profiel zich bij lagere afvoeren. Er wordt gekozen voor het toepassen van kribben, omdat het risico bestaat dat een smaller profiel bij hogere afvoeren weer uitslijt tot de huidige dimensies.

Deelgebied 7

De bestaande vistrap wordt aangepast. De helling wordt flauwer en langer gemaakt.

Deelgebied 8

Het bestaande tweefasen profiel wordt vervangen door een tweefasen profiel met smal zomerbed en breed winterbed. De huidige rechte loop wordt vervangen door een winterbed met variërende breedte en een smal ‘kronkelend’ zomerbed hierbinnen. Daarnaast wordt de uitstroom van de Flörbach aangepast. De stuw/brug constructie wordt verwijderd en de beek krijgt een natuurlijkere aansluiting op de Glanerbeek.

Deelgebied 9

Geen hydraulische maatregelen. Er wordt enkel begroeiing verwijderd bij de bestaande brug om de beleving van de beek te vergroten.

Deelgebied 10

De huidige hoofdwaterloop wordt gedeeltelijk gedempt en de huidige bypass wordt de nieuwe hoofdloop. De huidige hoofdloop zal echter niet komen te vervallen; deze wordt ingezet als hoogwatergeul bij hoge afvoeren. De bodem in het diepe gedeelte direct benedenstrooms van de spoorbrug wordt niet verhoogd. Hierdoor zullen waterstanden niet of minder opstuwen.

Deelgebied 11

Nieuwe loop met tweefasen profiel door aangrenzend Duits perceel. De loop is voorzien van boomstamdammetjes om het verval van de te verwijderen benedenstroomse stuw (stuw Engbers) op te vangen. In de benedenloop van de Hoge Boekelerbeek worden vier bestaande vistrappen aangepast. Tevens wordt de bodem benedenstrooms van de duiker onder de Lonnekerweg opgehoogd, zodat deze bij voldoende water vispasseerbaar is.

Deelgebied 12

De bestaande stuw Engbers wordt verwijderd. Het hoogteverschil van circa 2 meter wordt deels in deelgebied 11 en deels in deelgebied 12 opgevangen met boomstamdammetjes. In deelgebied 12 komen 20 dammetjes met 5 cm hoogteverschil en een onderlinge afstand van minimaal 15 meter.